Alle vervoegingen van het werkwoord vallen

infinitivus - infinitief infinitive
vallen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • val
 
  • val jij/je?
jij, je
  • valt
u
  • valt
hij
zij, ze
het
men
  • valt
zij, ze
wij, we
jullie
  • vallen
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • viel
zij, ze
wij, we
jullie
  • vielen
participium - voltooid deelwoord past participle
  • gevallen
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • vallend
vertaling english translation
  • to fall
infinitivus infinitief
infinitive
presens tegenwoordige tijd
present tense
imperfectum verleden tijd
past tense
participium voltooid deelwoord
past participle
vertaling engelse vertaling
english translation
aanvallen
  • val aan
  • valt aan
  • viel aan
  • vielen aan
aangevallen
  • to attack
  • to assault
achterovervallen
  • val achterover
  • valt achterover
  • viel achterover
  • vielen achterover
achterovergevallen
afvallen
  • val af
  • valt af
  • viel af
  • vielen af
afgevallen
  • to lose weight
  • to drop out
bijvallen
  • val bij
  • valt bij
  • viel bij
  • vielen bij
bijgevallen
binnenvallen
  • val binnen
  • valt binnen
  • viel binnen
  • vielen binnen
binnengevallen
dichtvallen
  • val dicht
  • valt dicht
  • viel dicht
  • vielen dicht
dichtgevallen
doodvallen
  • val dood
  • valt dood
  • viel dood
  • vielen dood
doodgevallen
  • to drop dead
droogvallen
  • val droog
  • valt droog
  • viel droog
  • vielen droog
drooggevallen
flauwvallen
  • val flauw
  • valt flauw
  • viel flauw
  • vielen flauw
flauwgevallen
  • to faint
invallen
  • val in
  • valt in
  • viel in
  • vielen in
ingevallen
  • to substitute
lastigvallen
  • val lastig
  • valt lastig
  • viel lastig
  • vielen lastig
lastiggevallen
  • to harass
  • to bother
meevallen
  • val mee
  • valt mee
  • viel mee
  • vielen mee
meegevallen
  • to exceed expectation
neervallen
  • val neer
  • valt neer
  • viel neer
  • vielen neer
neergevallen
  • to collapse
  • to fall down
omhoogvallen
  • val omhoog
  • valt omhoog
  • viel omhoog
  • vielen omhoog
omhooggevallen
omvallen
  • val om
  • valt om
  • viel om
  • vielen om
omgevallen
  • to fall over
omvervallen
  • val omver
  • valt omver
  • viel omver
  • vielen omver
omvergevallen
  • to fall over
openvallen
  • val open
  • valt open
  • viel open
  • vielen open
opengevallen
opvallen
  • val op
  • valt op
  • viel op
  • vielen op
opgevallen
  • to stand out
  • to attract attention
samenvallen
  • val samen
  • valt samen
  • viel samen
  • vielen samen
samengevallen
stilvallen
  • val stil
  • valt stil
  • viel stil
  • vielen stil
stilgevallen
stukvallen
  • val stuk
  • valt stuk
  • viel stuk
  • vielen stuk
stukgevallen
tegenvallen
  • val tegen
  • valt tegen
  • viel tegen
  • vielen tegen
tegengevallen
  • to disapoint
terneervallen
  • val terneer
  • valt terneer
  • viel terneer
  • vielen terneer
terneergevallen
terugvallen
  • val terug
  • valt terug
  • viel terug
  • vielen terug
teruggevallen
  • to fall back
  • to drop back
toevallen
  • val toe
  • valt toe
  • viel toe
  • vielen toe
toegevallen
uiteenvallen
  • val uiteen
  • valt uiteen
  • viel uiteen
  • vielen uiteen
uiteengevallen
uitvallen
  • val uit
  • valt uit
  • viel uit
  • vielen uit
uitgevallen
  • to drop out
voorvallen
  • valt voor
  • viel voor
  • vielen voor
voorgevallen
vrijvallen
  • val vrij
  • valt vrij
  • viel vrij
  • vielen vrij
vrijgevallen
wegvallen
  • val weg
  • valt weg
  • viel weg
  • vielen weg
weggevallen
omlaagvallen
  • val omlaag
  • valt omlaag
  • viel omlaag
  • vielen omlaag
omlaaggevallen
kapotvallen
  • val kapot
  • valt kapot
  • viel kapot
  • vielen kapot
kapotgevallen
misvallen
  • val mis
  • valt mis
  • viel mis
  • vielen mis
misgevallen
overvallen
  • overval
  • overvalt
  • overviel
  • overvielen
overvallen
  • to rob
  • to take off guard