Alle vervoegingen van het werkwoord vreten

infinitivus - infinitief infinitive
vreten
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • vreet
 
  • vreet jij/je?
jij, je
  • vreet
u
  • vreet
hij
zij, ze
het
men
  • vreet
zij, ze
wij, we
jullie
  • vreten
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • vrat
zij, ze
wij, we
jullie
  • vraten
participium - voltooid deelwoord past participle
  • gevreten
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • vretend
vertaling english translation
  • to eat
  • to stuff
infinitivus infinitief
infinitive
presens tegenwoordige tijd
present tense
imperfectum verleden tijd
past tense
participium voltooid deelwoord
past participle
vertaling engelse vertaling
english translation
aanvreten
  • vreet aan
  • vrat aan
  • vraten aan
aangevreten
doorvreten
  • vreet door
  • vrat door
  • vraten door
doorgevreten
invreten
  • vreet in
  • vrat in
  • vraten in
ingevreten
kaalvreten
  • vreet kaal
  • vrat kaal
  • vraten kaal
kaalgevreten
opvreten
  • vreet op
  • vrat op
  • vraten op
opgevreten
uitvreten
  • vreet uit
  • vrat uit
  • vraten uit
uitgevreten
volvreten
  • vreet vol
  • vrat vol
  • vraten vol
volgevreten
  • to stuff with food
wegvreten
  • vreet weg
  • vrat weg
  • vraten weg
weggevreten