Alle vervoegingen van het werkwoord invreten

infinitivus - infinitief infinitive
invreten

Bol.com Outlet

Bol.com Algemeen

presens - tegenwoordige tijd present tense
ik	vreet in
	vreet in jij/je?
jij, je	vreet in
u	vreet in
hij zij, ze het men	vreet in
zij, ze wij, we jullie	vreten in

presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik	invreet
dat jij, je	invreet
dat u	invreet
dat hij dat zij, ze dat het dat men	invreet
dat zij, ze dat wij, we dat jullie	invreten

imperfectum - verleden tijd past tense
ik jij, je u hij zij, ze het men	vrat in
zij, ze wij, we jullie	vraten in

imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik dat jij, je dat u dat hij dat zij, ze dat het dat men	invrat
dat zij, ze dat wij, we dat jullie	invraten

participium - voltooid deelwoord past participle
ingevreten

participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
invretend