Alle vervoegingen van het werkwoord kaalvreten

infinitivus - infinitief infinitive
kaalvreten
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • vreet kaal
 
  • vreet kaal jij/je?
jij, je
  • vreet kaal
u
  • vreet kaal
hij
zij, ze
het
men
  • vreet kaal
zij, ze
wij, we
jullie
  • vreten kaal
presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik
  • kaalvreet
dat jij, je
  • kaalvreet
dat u
  • kaalvreet
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • kaalvreet
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • kaalvreten
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • vrat kaal
zij, ze
wij, we
jullie
  • vraten kaal
imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik
dat jij, je
dat u
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • kaalvrat
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • kaalvraten
participium - voltooid deelwoord past participle
  • kaalgevreten
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • kaalvretend