Alle vervoegingen van het werkwoord gieten

infinitivus - infinitief infinitive
gieten
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • giet
 
  • giet jij/je?
jij, je
  • giet
u
  • giet
hij
zij, ze
het
men
  • giet
zij, ze
wij, we
jullie
  • gieten
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • goot
zij, ze
wij, we
jullie
  • goten
participium - voltooid deelwoord past participle
  • gegoten
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • gietend
vertaling english translation
  • to pour
  • to cast
  • to mould
infinitivus infinitief
infinitive
presens tegenwoordige tijd
present tense
imperfectum verleden tijd
past tense
participium voltooid deelwoord
past participle
vertaling engelse vertaling
english translation
afgieten
  • giet af
  • goot af
  • goten af
afgegoten
ingieten
  • giet in
  • goot in
  • goten in
ingegoten
leeggieten
  • giet leeg
  • goot leeg
  • goten leeg
leeggegoten
opgieten
  • giet op
  • goot op
  • goten op
opgegoten
overgieten
  • giet over
  • goot over
  • goten over
overgegoten
uitgieten
  • giet uit
  • goot uit
  • goten uit
uitgegoten
volgieten
  • giet vol
  • goot vol
  • goten vol
volgegoten
aangieten
  • giet aan
  • goot aan
  • goten aan
aangegoten
weggieten
  • giet weg
  • goot weg
  • goten weg
weggegoten
omgieten
  • giet om
  • goot om
  • goten om
omgegoten
bijgieten
  • giet bij
  • goot bij
  • goten bij
bijgegoten
samengieten
  • giet samen
  • goot samen
  • goten samen
samengegoten