Alle vervoegingen van het werkwoord zwijgen

infinitivus - infinitief infinitive
zwijgen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • zwijg
 
  • zwijg jij/je?
jij, je
  • zwijgt
u
  • zwijgt
hij
zij, ze
het
men
  • zwijgt
zij, ze
wij, we
jullie
  • zwijgen
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • zweeg
zij, ze
wij, we
jullie
  • zwegen
participium - voltooid deelwoord past participle
  • gezwegen
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • zwijgend
vertaling english translation
  • to be quiet
infinitivus infinitief
infinitive
presens tegenwoordige tijd
present tense
imperfectum verleden tijd
past tense
participium voltooid deelwoord
past participle
vertaling engelse vertaling
english translation
doodzwijgen
  • zwijg dood
  • zwijgt dood
  • zweeg dood
  • zwegen dood
doodgezwegen
stilzwijgen
  • zwijg stil
  • zwijgt stil
  • zweeg stil
  • zwegen stil
stilgezwegen