Alle vervoegingen van het werkwoord zingen

infinitivus - infinitief infinitive
zingen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • zing
 
  • zing jij/je?
jij, je
  • zingt
u
  • zingt
hij
zij, ze
het
men
  • zingt
zij, ze
wij, we
jullie
  • zingen
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • zong
zij, ze
wij, we
jullie
  • zongen
participium - voltooid deelwoord past participle
  • gezongen
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • zingend
vertaling english translation
  • to sing
infinitivus infinitief
infinitive
presens tegenwoordige tijd
present tense
imperfectum verleden tijd
past tense
participium voltooid deelwoord
past participle
vertaling engelse vertaling
english translation
rondzingen
  • zing rond
  • zingt rond
  • zong rond
  • zongen rond
rondgezongen
inzingen
  • zing in
  • zingt in
  • zong in
  • zongen in
ingezongen
loszingen
  • zing los
  • zingt los
  • zong los
  • zongen los
losgezongen
meezingen
  • zing mee
  • zingt mee
  • zong mee
  • zongen mee
meegezongen
  • to sing along
nazingen
  • zing na
  • zingt na
  • zong na
  • zongen na
nagezongen
toezingen
  • zing toe
  • zingt toe
  • zong toe
  • zongen toe
toegezongen
uitzingen
  • zing uit
  • zingt uit
  • zong uit
  • zongen uit
uitgezongen
voorzingen
  • zing voor
  • zingt voor
  • zong voor
  • zongen voor
voorgezongen