onregelmatige
werkwoorden
.nl
Tegenwoordige tijd van het werkwoord zingen
infinitivus
- infinitief
infinitive
zingen
presens
- tegenwoordige tijd
present tense
ik
zing
zing jij/je?
jij, je
zingt
u
zingt
hij
zij, ze
het
men
zingt
zij, ze
wij, we
jullie
zingen