Alle vervoegingen van het werkwoord willen

infinitivus - infinitief infinitive
willen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • wil
 
  • wil jij/je?
jij, je
  • wil
  • wilt
u
  • wil
  • wilt
hij
zij, ze
het
men
  • wil
  • wilt
zij, ze
wij, we
jullie
  • willen
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • wou
  • wilde
zij, ze
wij, we
jullie
  • wouden
  • wilden
participium - voltooid deelwoord past participle
  • gewild
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • willend
vertaling english translation
  • to want
infinitivus infinitief
infinitive
presens tegenwoordige tijd
present tense
imperfectum verleden tijd
past tense
participium voltooid deelwoord
past participle
vertaling engelse vertaling
english translation
meewillen
  • wil mee
  • wilt mee
  • wou mee
  • wouden mee
meegewild