Alle vervoegingen van het werkwoord weerklinken

infinitivus - infinitief infinitive
weerklinken
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • weerklink
 
  • weerklink jij/je?
jij, je
  • weerklinkt
u
  • weerklinkt
hij
zij, ze
het
men
  • weerklinkt
zij, ze
wij, we
jullie
  • weerklinken
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • weerklonk
zij, ze
wij, we
jullie
  • weerklonken
participium - voltooid deelwoord past participle
  • weerklonken
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • weerklinkend
vertaling english translation
  • to resound
  • to reverberate
  • to echo