onregelmatige
werkwoorden
.nl
Tegenwoordige tijd van het werkwoord weerklinken
infinitivus
- infinitief
infinitive
weerklinken
presens
- tegenwoordige tijd
present tense
ik
weerklink
weerklink jij/je?
jij, je
weerklinkt
u
weerklinkt
hij
zij, ze
het
men
weerklinkt
zij, ze
wij, we
jullie
weerklinken