Alle vervoegingen van het werkwoord verschieten

infinitivus - infinitief infinitive
verschieten
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • verschiet
 
  • verschiet jij/je?
jij, je
  • verschiet
u
  • verschiet
hij
zij, ze
het
men
  • verschiet
zij, ze
wij, we
jullie
  • verschieten
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • verschoot
zij, ze
wij, we
jullie
  • verschoten
participium - voltooid deelwoord past participle
  • verschoten
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • verschietend
vertaling english translation
  • to fade
  • to discolor