Alle vervoegingen van het werkwoord vergieten

infinitivus - infinitief infinitive
vergieten
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • vergiet
 
  • vergiet jij/je?
jij, je
  • vergiet
u
  • vergiet
hij
zij, ze
het
men
  • vergiet
zij, ze
wij, we
jullie
  • vergieten
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • vergoot
zij, ze
wij, we
jullie
  • vergoten
participium - voltooid deelwoord past participle
  • vergoten
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • vergietend
vertaling english translation
  • to pour
  • to spill
  • to shed