Alle vervoegingen van het werkwoord verbuigen

infinitivus - infinitief infinitive
verbuigen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • verbuig
 
  • verbuig jij/je?
jij, je
  • verbuigt
u
  • verbuigt
hij
zij, ze
het
men
  • verbuigt
zij, ze
wij, we
jullie
  • verbuigen
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • verboog
zij, ze
wij, we
jullie
  • verbogen
participium - voltooid deelwoord past participle
  • verbogen
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • verbuigend
vertaling english translation
  • to bend
  • to warp
  • to twist