Alle vervoegingen van het werkwoord slijten

infinitivus - infinitief infinitive
slijten
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • slijt
 
  • slijt jij/je?
jij, je
  • slijt
u
  • slijt
hij
zij, ze
het
men
  • slijt
zij, ze
wij, we
jullie
  • slijten
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • sleet
zij, ze
wij, we
jullie
  • sleten
participium - voltooid deelwoord past participle
  • gesleten
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • slijtend
vertaling english translation
  • to wear out
  • to use up
infinitivus infinitief
infinitive
presens tegenwoordige tijd
present tense
imperfectum verleden tijd
past tense
participium voltooid deelwoord
past participle
vertaling engelse vertaling
english translation
afslijten
  • slijt af
  • sleet af
  • sleten af
afgesleten
doorslijten
  • slijt door
  • sleet door
  • sleten door
doorgesleten
inslijten
  • slijt in
  • sleet in
  • sleten in
ingesleten
uitslijten
  • slijt uit
  • sleet uit
  • sleten uit
uitgesleten
wegslijten
  • slijt weg
  • sleet weg
  • sleten weg
weggesleten