Alle vervoegingen van het werkwoord schrijden

infinitivus - infinitief infinitive
schrijden
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • schrijd
 
  • schrijd jij/je?
jij, je
  • schrijdt
u
  • schrijdt
hij
zij, ze
het
men
  • schrijdt
zij, ze
wij, we
jullie
  • schrijden
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • schreed
zij, ze
wij, we
jullie
  • schreden
participium - voltooid deelwoord past participle
  • geschreden
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • schrijdend
vertaling english translation
  • to stride
  • to strut
infinitivus infinitief
infinitive
presens tegenwoordige tijd
present tense
imperfectum verleden tijd
past tense
participium voltooid deelwoord
past participle
vertaling engelse vertaling
english translation
binnenschrijden
  • schrijd binnen
  • schrijdt binnen
  • schreed binnen
  • schreden binnen
binnengeschreden
voortschrijden
  • schrijd voort
  • schrijdt voort
  • schreed voort
  • schreden voort
voortgeschreden
onderschrijden
  • onderschrijd
  • onderschrijdt
  • onderschreed
  • onderschreden
onderschreden
  • to undershoot
overschrijden
  • overschrijd
  • overschrijdt
  • overschreed
  • overschreden
overschreden
  • to exceed