Alle vervoegingen van het werkwoord kruipen

infinitivus - infinitief infinitive
kruipen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • kruip
 
  • kruip jij/je?
jij, je
  • kruipt
u
  • kruipt
hij
zij, ze
het
men
  • kruipt
zij, ze
wij, we
jullie
  • kruipen
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • kroop
zij, ze
wij, we
jullie
  • kropen
participium - voltooid deelwoord past participle
  • gekropen
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • kruipend
vertaling english translation
  • to crawl
infinitivus infinitief
infinitive
presens tegenwoordige tijd
present tense
imperfectum verleden tijd
past tense
participium voltooid deelwoord
past participle
vertaling engelse vertaling
english translation
opkruipen
  • kruip op
  • kruipt op
  • kroop op
  • kropen op
opgekropen
binnenkruipen
  • kruip binnen
  • kruipt binnen
  • kroop binnen
  • kropen binnen
binnengekropen
doorkruipen
  • kruip door
  • kruipt door
  • kroop door
  • kropen door
doorgekropen
rondkruipen
  • kruip rond
  • kruipt rond
  • kroop rond
  • kropen rond
rondgekropen
wegkruipen
  • kruip weg
  • kruipt weg
  • kroop weg
  • kropen weg
weggekropen
omhoogkruipen
  • kruip omhoog
  • kruipt omhoog
  • kroop omhoog
  • kropen omhoog
omhooggekropen
voorkruipen
  • kruip voor
  • kruipt voor
  • kroop voor
  • kropen voor
voorgekropen
voorbijkruipen
  • kruip voorbij
  • kruipt voorbij
  • kroop voorbij
  • kropen voorbij
voorbijgekropen
aankruipen
  • kruip aan
  • kruipt aan
  • kroop aan
  • kropen aan
aangekropen
terugkruipen
  • kruip terug
  • kruipt terug
  • kroop terug
  • kropen terug
teruggekropen