Alle vervoegingen van het werkwoord dunken

infinitivus - infinitief infinitive
dunken
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • dunk
 
  • dunk jij/je?
jij, je
  • dunkt
u
  • dunkt
hij
zij, ze
het
men
  • dunkt
zij, ze
wij, we
jullie
  • dunken
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • docht
  • dunkte
zij, ze
wij, we
jullie
  • dochten
  • dunkten
participium - voltooid deelwoord past participle
  • gedocht
  • gedunkt
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • dunkend
vertaling english translation
  • to be of the opinion
  • to seem to
infinitivus infinitief
infinitive
presens tegenwoordige tijd
present tense
imperfectum verleden tijd
past tense
participium voltooid deelwoord
past participle
vertaling engelse vertaling
english translation
goeddunken
  • dunk goed
  • dunkt goed
  • docht goed
  • dochten goed
goedgedocht