onregelmatige
werkwoorden
.nl
Tegenwoordige tijd van het werkwoord zouten
infinitivus
- infinitief
infinitive
zouten
presens
- tegenwoordige tijd
present tense
ik
zout
zout jij/je?
jij, je
zout
u
zout
hij
zij, ze
het
men
zout
zij, ze
wij, we
jullie
zouten