onregelmatige
werkwoorden
.nl
Tegenwoordige tijd van het werkwoord winnen
infinitivus
- infinitief
infinitive
winnen
presens
- tegenwoordige tijd
present tense
ik
win
win jij/je?
jij, je
wint
u
wint
hij
zij, ze
het
men
wint
zij, ze
wij, we
jullie
winnen