onregelmatige
werkwoorden
.nl
Tegenwoordige tijd van het werkwoord winden
infinitivus
- infinitief
infinitive
winden
presens
- tegenwoordige tijd
present tense
ik
wind
wind jij/je?
jij, je
windt
u
windt
hij
zij, ze
het
men
windt
zij, ze
wij, we
jullie
winden