Alle vervoegingen van het werkwoord wijzen

infinitivus - infinitief infinitive
wijzen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • wijs
 
  • wijs jij/je?
jij, je
  • wijst
u
  • wijst
hij
zij, ze
het
men
  • wijst
zij, ze
wij, we
jullie
  • wijzen
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • wees
zij, ze
wij, we
jullie
  • wezen
participium - voltooid deelwoord past participle
  • gewezen
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • wijzend
vertaling english translation
  • to point
  • to point out
  • to point to
infinitivus infinitief
infinitive
presens tegenwoordige tijd
present tense
imperfectum verleden tijd
past tense
participium voltooid deelwoord
past participle
vertaling engelse vertaling
english translation
aanwijzen
  • wijs aan
  • wijst aan
  • wees aan
  • wezen aan
aangewezen
  • to point out
  • to indicate
afwijzen
  • wijs af
  • wijst af
  • wees af
  • wezen af
afgewezen
  • to reject
  • to turn down
nawijzen
  • wijs na
  • wijst na
  • wees na
  • wezen na
nagewezen
terechtwijzen
  • wijs terecht
  • wijst terecht
  • wees terecht
  • wezen terecht
terechtgewezen
terugwijzen
  • wijs terug
  • wijst terug
  • wees terug
  • wezen terug
teruggewezen
toewijzen
  • wijs toe
  • wijst toe
  • wees toe
  • wezen toe
toegewezen
  • to assign
  • to allocate
uitwijzen
  • wijs uit
  • wijst uit
  • wees uit
  • wezen uit
uitgewezen
vooruitwijzen
  • wijs vooruit
  • wijst vooruit
  • wees vooruit
  • wezen vooruit
vooruitgewezen
omhoogwijzen
  • wijs omhoog
  • wijst omhoog
  • wees omhoog
  • wezen omhoog
omhooggewezen