onregelmatige
werkwoorden
.nl
Tegenwoordige tijd van het werkwoord weven
infinitivus
- infinitief
infinitive
weven
presens
- tegenwoordige tijd
present tense
ik
weef
weef jij/je?
jij, je
weeft
u
weeft
hij
zij, ze
het
men
weeft
zij, ze
wij, we
jullie
weven