Alle vervoegingen van het werkwoord wegwaaien

infinitivus - infinitief infinitive
wegwaaien
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • waai weg
 
  • waai weg jij/je?
jij, je
  • waait weg
u
  • waait weg
hij
zij, ze
het
men
  • waait weg
zij, ze
wij, we
jullie
  • waaien weg
presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik
  • wegwaai
dat jij, je
  • wegwaait
dat u
  • wegwaait
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • wegwaait
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • wegwaaien
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • woei weg
  • waaide weg
zij, ze
wij, we
jullie
  • woeien weg
  • waaiden weg
imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik
dat jij, je
dat u
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • wegwoei
  • wegwaaide
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • wegwoeien
  • wegwaaiden
participium - voltooid deelwoord past participle
  • weggewaaid
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • wegwaaiend
vertaling english translation
  • to fly away
  • to blow away