Alle vervoegingen van het werkwoord voorkomen

infinitivus - infinitief infinitive
voorkomen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • voorkom
 
  • voorkom jij/je?
jij, je
  • voorkomt
u
  • voorkomt
hij
zij, ze
het
men
  • voorkomt
zij, ze
wij, we
jullie
  • voorkomen
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • voorkwam
zij, ze
wij, we
jullie
  • voorkwamen
participium - voltooid deelwoord past participle
  • voorkomen
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • voorkomend
vertaling english translation
  • to prevent
  • to ward off