Tegenwoordige tijd van het werkwoord volgieten

infinitivus - infinitief infinitive
volgieten
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • giet vol
 
  • giet vol jij/je?
jij, je
  • giet vol
u
  • giet vol
hij
zij, ze
het
men
  • giet vol
zij, ze
wij, we
jullie
  • gieten vol
presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik
  • volgiet
dat jij, je
  • volgiet
dat u
  • volgiet
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • volgiet
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • volgieten