onregelmatige
werkwoorden
.nl
Tegenwoordige tijd van het werkwoord versnijden
infinitivus
- infinitief
infinitive
versnijden
presens
- tegenwoordige tijd
present tense
ik
versnij
versnijd
versnij jij/je?
versnijd jij/je?
jij, je
versnijdt
u
versnijdt
hij
zij, ze
het
men
versnijdt
zij, ze
wij, we
jullie
versnijden