Alle vervoegingen van het werkwoord verschuiven

infinitivus - infinitief infinitive
verschuiven
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • verschuif
 
  • verschuif jij/je?
jij, je
  • verschuift
u
  • verschuift
hij
zij, ze
het
men
  • verschuift
zij, ze
wij, we
jullie
  • verschuiven
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • verschoof
zij, ze
wij, we
jullie
  • verschoven
participium - voltooid deelwoord past participle
  • verschoven
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • verschuivend
vertaling english translation
  • to shift
  • to move
  • to slide