Alle vervoegingen van het werkwoord vermijden

infinitivus - infinitief infinitive
vermijden
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • vermijd
 
  • vermijd jij/je?
jij, je
  • vermijdt
u
  • vermijdt
hij
zij, ze
het
men
  • vermijdt
zij, ze
wij, we
jullie
  • vermijden
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • vermeed
zij, ze
wij, we
jullie
  • vermeden
participium - voltooid deelwoord past participle
  • vermeden
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • vermijdend
vertaling english translation
  • to avoid