onregelmatige
werkwoorden
.nl
Tegenwoordige tijd van het werkwoord vergeven
infinitivus
- infinitief
infinitive
vergeven
presens
- tegenwoordige tijd
present tense
ik
vergeef
vergeef jij/je?
jij, je
vergeeft
u
vergeeft
hij
zij, ze
het
men
vergeeft
zij, ze
wij, we
jullie
vergeven