Alle vervoegingen van het werkwoord tijgen

infinitivus - infinitief infinitive
tijgen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • tijg
 
  • tijg jij/je?
jij, je
  • tijgt
u
  • tijgt
hij
zij, ze
het
men
  • tijgt
zij, ze
wij, we
jullie
  • tijgen
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • toog
zij, ze
wij, we
jullie
  • togen
participium - voltooid deelwoord past participle
  • getogen
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • tijgend
vertaling english translation
  • to start out
infinitivus infinitief
infinitive
presens tegenwoordige tijd
present tense
imperfectum verleden tijd
past tense
participium voltooid deelwoord
past participle
vertaling engelse vertaling
english translation
aantijgen
  • tijg aan
  • tijgt aan
  • teeg aan
  • tegen aan
aangetegen