Alle vervoegingen van het werkwoord strijden

infinitivus - infinitief infinitive
strijden
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • strijd
 
  • strijd jij/je?
jij, je
  • strijdt
u
  • strijdt
hij
zij, ze
het
men
  • strijdt
zij, ze
wij, we
jullie
  • strijden
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • streed
zij, ze
wij, we
jullie
  • streden
participium - voltooid deelwoord past participle
  • gestreden
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • strijdend
vertaling english translation
  • to battle
  • to fight
  • to struggle
infinitivus infinitief
infinitive
presens tegenwoordige tijd
present tense
imperfectum verleden tijd
past tense
participium voltooid deelwoord
past participle
vertaling engelse vertaling
english translation
afstrijden
  • strijd af
  • strijdt af
  • streed af
  • streden af
afgestreden
meestrijden
  • strijd mee
  • strijdt mee
  • streed mee
  • streden mee
meegestreden