Alle vervoegingen van het werkwoord stinken

infinitivus - infinitief infinitive
stinken
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • stink
 
  • stink jij/je?
jij, je
  • stinkt
u
  • stinkt
hij
zij, ze
het
men
  • stinkt
zij, ze
wij, we
jullie
  • stinken
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • stonk
zij, ze
wij, we
jullie
  • stonken
participium - voltooid deelwoord past participle
  • gestonken
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • stinkend
vertaling english translation
  • to smell bad
  • to reek
infinitivus infinitief
infinitive
presens tegenwoordige tijd
present tense
imperfectum verleden tijd
past tense
participium voltooid deelwoord
past participle
vertaling engelse vertaling
english translation
instinken
  • stink in
  • stinkt in
  • stonk in
  • stonken in
ingestonken