onregelmatige
werkwoorden
.nl
Tegenwoordige tijd van het werkwoord stijven
infinitivus
- infinitief
infinitive
stijven
presens
- tegenwoordige tijd
present tense
ik
stijf
stijf jij/je?
jij, je
stijft
u
stijft
hij
zij, ze
het
men
stijft
zij, ze
wij, we
jullie
stijven