Alle vervoegingen van het werkwoord spinnen

infinitivus - infinitief infinitive
spinnen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • spin
 
  • spin jij/je?
jij, je
  • spint
u
  • spint
hij
zij, ze
het
men
  • spint
zij, ze
wij, we
jullie
  • spinnen
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • spon
zij, ze
wij, we
jullie
  • sponnen
participium - voltooid deelwoord past participle
  • gesponnen
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • spinnend
vertaling english translation
  • to spin
infinitivus infinitief
infinitive
presens tegenwoordige tijd
present tense
imperfectum verleden tijd
past tense
participium voltooid deelwoord
past participle
vertaling engelse vertaling
english translation
inspinnen
  • spin in
  • spint in
  • spon in
  • sponnen in
ingesponnen
uitspinnen
  • spin uit
  • spint uit
  • spon uit
  • sponnen uit
uitgesponnen
omspinnen
  • omspin
  • omspint
  • omspon
  • omsponnen
omsponnen
  • to spin over