Alle vervoegingen van het werkwoord smelten

infinitivus - infinitief infinitive
smelten
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • smelt
 
  • smelt jij/je?
jij, je
  • smelt
u
  • smelt
hij
zij, ze
het
men
  • smelt
zij, ze
wij, we
jullie
  • smelten
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • smolt
zij, ze
wij, we
jullie
  • smolten
participium - voltooid deelwoord past participle
  • gesmolten
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • smeltend
vertaling english translation
  • to melt
infinitivus infinitief
infinitive
presens tegenwoordige tijd
present tense
imperfectum verleden tijd
past tense
participium voltooid deelwoord
past participle
vertaling engelse vertaling
english translation
afsmelten
  • smelt af
  • smolt af
  • smolten af
afgesmolten
insmelten
  • smelt in
  • smolt in
  • smolten in
ingesmolten
omsmelten
  • smelt om
  • smolt om
  • smolten om
omgesmolten
samensmelten
  • smelt samen
  • smolt samen
  • smolten samen
samengesmolten
uitsmelten
  • smelt uit
  • smolt uit
  • smolten uit
uitgesmolten
wegsmelten
  • smelt weg
  • smolt weg
  • smolten weg
weggesmolten