Alle vervoegingen van het werkwoord slinken

infinitivus - infinitief infinitive
slinken
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • slink
 
  • slink jij/je?
jij, je
  • slinkt
u
  • slinkt
hij
zij, ze
het
men
  • slinkt
zij, ze
wij, we
jullie
  • slinken
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • slonk
zij, ze
wij, we
jullie
  • slonken
participium - voltooid deelwoord past participle
  • geslonken
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • slinkend
vertaling english translation
  • to shrink
  • to decrease
infinitivus infinitief
infinitive
presens tegenwoordige tijd
present tense
imperfectum verleden tijd
past tense
participium voltooid deelwoord
past participle
vertaling engelse vertaling
english translation
wegslinken
  • slink weg
  • slinkt weg
  • slonk weg
  • slonken weg
weggeslonken