Alle vervoegingen van het werkwoord schoollopen

infinitivus - infinitief infinitive
schoollopen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • loop school
 
  • loop school jij/je?
jij, je
  • loopt school
u
  • loopt school
hij
zij, ze
het
men
  • loopt school
zij, ze
wij, we
jullie
  • lopen school
presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik
  • schoolloop
dat jij, je
  • schoolloopt
dat u
  • schoolloopt
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • schoolloopt
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • schoollopen
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • liep school
zij, ze
wij, we
jullie
  • liepen school
imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik
dat jij, je
dat u
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • schoolliep
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • schoolliepen
participium - voltooid deelwoord past participle
  • schoolgelopen
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • schoollopend