onregelmatige
werkwoorden
.nl
Tegenwoordige tijd van het werkwoord scheppen
infinitivus
- infinitief
infinitive
scheppen
presens
- tegenwoordige tijd
present tense
ik
schep
schep jij/je?
jij, je
schept
u
schept
hij
zij, ze
het
men
schept
zij, ze
wij, we
jullie
scheppen