Alle vervoegingen van het werkwoord plaatsgrijpen

infinitivus - infinitief infinitive
plaatsgrijpen

Bol.com Outlet

Bol.com Algemeen

presens - tegenwoordige tijd present tense
ik	grijp plaats
	grijp plaats jij/je?
jij, je	grijpt plaats
u	grijpt plaats
hij zij, ze het men	grijpt plaats
zij, ze wij, we jullie	grijpen plaats

presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik	plaatsgrijp
dat jij, je	plaatsgrijpt
dat u	plaatsgrijpt
dat hij dat zij, ze dat het dat men	plaatsgrijpt
dat zij, ze dat wij, we dat jullie	plaatsgrijpen

imperfectum - verleden tijd past tense
ik jij, je u hij zij, ze het men	greep plaats
zij, ze wij, we jullie	grepen plaats

imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik dat jij, je dat u dat hij dat zij, ze dat het dat men	plaatsgreep
dat zij, ze dat wij, we dat jullie	plaatsgrepen

participium - voltooid deelwoord past participle
plaatsgegrepen

participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
plaatsgrijpend