onregelmatige
werkwoorden
.nl
Tegenwoordige tijd van het werkwoord overspannen
infinitivus
- infinitief
infinitive
overspannen
presens
- tegenwoordige tijd
present tense
ik
overspan
overspan jij/je?
jij, je
overspant
u
overspant
hij
zij, ze
het
men
overspant
zij, ze
wij, we
jullie
overspannen