Alle vervoegingen van het werkwoord overeenkomen

infinitivus - infinitief infinitive
overeenkomen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • kom overeen
 
  • kom overeen jij/je?
jij, je
  • komt overeen
u
  • komt overeen
hij
zij, ze
het
men
  • komt overeen
zij, ze
wij, we
jullie
  • komen overeen
presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik
  • overeenkom
dat jij, je
  • overeenkomt
dat u
  • overeenkomt
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • overeenkomt
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • overeenkomen
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • kwam overeen
zij, ze
wij, we
jullie
  • kwamen overeen
imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik
dat jij, je
dat u
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • overeenkwam
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • overeenkwamen
participium - voltooid deelwoord past participle
  • overeengekomen
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • overeenkomend
vertaling english translation
  • to agree
  • to concur
  • to match