Alle vervoegingen van het werkwoord ontzien

infinitivus - infinitief infinitive
ontzien
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • ontzie
 
  • ontzie jij/je?
jij, je
  • ontziet
u
  • ontziet
hij
zij, ze
het
men
  • ontziet
zij, ze
wij, we
jullie
  • ontzien
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • ontzag
zij, ze
wij, we
jullie
  • ontzagen
participium - voltooid deelwoord past participle
  • ontzien
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • ontziend
vertaling english translation
  • to spare