onregelmatige
werkwoorden
.nl
Tegenwoordige tijd van het werkwoord ontwringen
infinitivus
- infinitief
infinitive
ontwringen
presens
- tegenwoordige tijd
present tense
ik
ontwring
ontwring jij/je?
jij, je
ontwringt
u
ontwringt
hij
zij, ze
het
men
ontwringt
zij, ze
wij, we
jullie
ontwringen