onregelmatige
werkwoorden
.nl
Tegenwoordige tijd van het werkwoord ontsluiten
infinitivus
- infinitief
infinitive
ontsluiten
presens
- tegenwoordige tijd
present tense
ik
ontsluit
ontsluit jij/je?
jij, je
ontsluit
u
ontsluit
hij
zij, ze
het
men
ontsluit
zij, ze
wij, we
jullie
ontsluiten