Alle vervoegingen van het werkwoord ontraden

infinitivus - infinitief infinitive
ontraden
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • ontraad
 
  • ontraad jij/je?
jij, je
  • ontraadt
u
  • ontraadt
hij
zij, ze
het
men
  • ontraadt
zij, ze
wij, we
jullie
  • ontraden
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • ontraadde
zij, ze
wij, we
jullie
  • ontraadden
participium - voltooid deelwoord past participle
  • ontraden
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • ontradend
vertaling english translation
  • to discourage