Alle vervoegingen van het werkwoord ontluiken

infinitivus - infinitief infinitive
ontluiken
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • ontluik
 
  • ontluik jij/je?
jij, je
  • ontluikt
u
  • ontluikt
hij
zij, ze
het
men
  • ontluikt
zij, ze
wij, we
jullie
  • ontluiken
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • ontlook
zij, ze
wij, we
jullie
  • ontloken
participium - voltooid deelwoord past participle
  • ontloken
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • ontluikend
vertaling english translation
  • to come into bloom