onregelmatige
werkwoorden
.nl
Tegenwoordige tijd van het werkwoord ontladen
infinitivus
- infinitief
infinitive
ontladen
presens
- tegenwoordige tijd
present tense
ik
ontlaad
ontlaad jij/je?
jij, je
ontlaadt
u
ontlaadt
hij
zij, ze
het
men
ontlaadt
zij, ze
wij, we
jullie
ontladen