Alle vervoegingen van het werkwoord ontheffen

infinitivus - infinitief infinitive
ontheffen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • onthef
 
  • onthef jij/je?
jij, je
  • ontheft
u
  • ontheft
hij
zij, ze
het
men
  • ontheft
zij, ze
wij, we
jullie
  • ontheffen
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • onthief
zij, ze
wij, we
jullie
  • onthieven
participium - voltooid deelwoord past participle
  • ontheven
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • ontheffend
vertaling english translation
  • to exempt
  • to exonerate