Alle vervoegingen van het werkwoord ontbieden

infinitivus - infinitief infinitive
ontbieden
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • ontbied
 
  • ontbied jij/je?
jij, je
  • ontbiedt
u
  • ontbiedt
hij
zij, ze
het
men
  • ontbiedt
zij, ze
wij, we
jullie
  • ontbieden
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • ontbood
zij, ze
wij, we
jullie
  • ontboden
participium - voltooid deelwoord past participle
  • ontboden
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • ontbiedend
vertaling english translation
  • to summon
  • to send for